Gents 'Project IEM-jongeren' bestaat twee jaar

IEM_project.png
  • png

In december 2015 startte in Gent het 'Project IEM-jongeren', voor de integrale aanpak van jongerenproblematiek met Intra Europese Migratie-achtergrond. Het gaat om een intensieve, preventieve samenwerking tussen veldwerk en hulpverlening enerzijds, en politie en justitie anderzijds. Tijdens een publiek 'toonmoment' op maandag 6 november 2017 getuigden enkele projectpartners en lieten Bruno Vanobbergen (de Vlaamse kinderrechtencommissaris) en Olga Petintseva (onderzoekster aan de Universiteit Gent) hun licht schijnen op de problematiek.

Vannobbergen en Petintseva definieerden op het toonmoment de uitdagingen voor de nabije toekomst. De focus op jongeren en hun gezinscontext met een preventieve insteek laat alvast hoopvolle, positieve evoluties zien.

Historiek

Signalen van verontrustende situaties rond een groep Slovaakse jongeren brachten veldwerkers uit verschillende sectoren tot enkele eerste acties en diepere analyses. Die analyses legden vooral hiaten bloot in het hulpverleningsaanbod en in de samenwerking tussen verschillende sectoren/actoren. Een integrale aanpak drong zich op, om de samenwerking binnen en tussen veldwerk, jeugdhulp, politie en justitie te verbeteren. De Stad Gent stelde een coördinator aan.

De integrale aanpak zet extra in op hulpverlening. De Stad Gent investeerde in trajectbegeleiding bij vzw Jong en in opvoedingsondersteuning bij voorzieningen in de integrale jeugdzorg, namelijk MFC Sint-Jozef, CKG Sloeberhof en vzw aPart.

De integrale aanpak test in de praktijk uit hoe de jongeren en hun contexten met een Intra-Europese Migratieachtergrond toch kunnen participeren aan het hulpverleningsaanbod. Die participatie zal jongeren die afglijden (of dreigen af te glijden) in de criminaliteit, opnieuw verbinden met de maatschappij, en hun contexten versterken.

Sterke methodiek, positieve evoluties

Een integrale aanpak, dat betekent eerst en vooral (bestaande) samenwerkingen tussen veldwerk, jeugdhulp, politie en justitie verbeteren, met respect voor een ieders mandaat. Daarom werken partners in eerste instantie intensief mee aan de integrale aanpak, zonder extra middelen van de Stad Gent.

De buurtstewards -stedelijke outreachende veldwerkers die aan de slag gaan et IEM-families- blijven vanuit hun opdracht de randvoorwaarden opnemen (vertrouwensrelaties, verblijf, wonen, gezondheid, conflicten, enzovoort) en ondersteunen zo de partners om tot hun kernopdrachten te komen.

Politie en parket voorzien elk een aanspreekpersoon binnen het project en blijven zich mee inzetten rond complexe situaties, elk vanuit zijn mandaat. Bij de politie gaat dat bijvoorbeeld om extra patrouilles door het Overlastteam, de aanwezigheid van jeugdinspecteurs en de betrokkenheid van de jeugdrecherche. Bij het parket gaat het om dossieropbouw en de brug naar de jeugdrechters.

Met projectmiddelen onderhouden twee trajectbegeleiders meerdere dagen in de week contacten met 103 kinderen. De contextbegeleiders zijn meerdere dagen in de week werkzaam in de gezinssituatie van 46 kinderen. Bij ongeveer een op de zeven van de kinderen/jongeren (19) zijn zowel trajectbegeleiding als contextbegeleiding aan de slag.

Zowel vanuit de trajectbegeleiding of de duobegeleiding als bij de politie of het parket kan de 'aanspreekfiguur' een situatie rond een kind of jongere aanbrengen met als doel een integrale aanpak. Tot nu toe maakt het samenwerkingsverband voor 33 kinderen/jongeren (25%) concrete afspraken rond ieders extra inzet op maat.

Deze focus is dynamisch en verandert in de loop van het project. De focus op jongeren en hun gezinscontext met een preventieve insteek laat alvast hoopvolle, positieve evoluties zien.

Evolutie jongeren naar positieve, sociale participatie

De jongeren kenden hun eigen interesses en vaardigheden niet en vluchtten weg van (en vochten soms zelfs tegen) de maatschappij. Dat evolueerde: gaandeweg leerden ze wel hun interesses kennen (muziek, voetbal, kamperen, enzovoort) en hun vaardigheden ontdekken (banken maken, leren lassen, opdrachten afwerken).

De jongeren hingen ook in groep rond op straat tijdens de schooluren. Het gevolg: een negatieve groepsdynamiek die enerzijds resulteert in een groep die de omgeving uitdaagt en een kleine groep die als misdrijf omschreven feiten pleegt. Maar ook dat evolueerde naar positieve, sociale participatie: ze leerden de activiteiten van vzw Jong kennen, namen deel en organiseerden ook zelf activiteiten.

Tegelijkertijd ziet het samenwerkingsverband dat de meerderheid van de jongeren die gekend waren bij de politie voor strafbare feiten en overlast, nog nauwelijks tot niet meer bij dat soort feiten betrokken zijn, dankzij de gepaste en snelle antwoorden op specifieke situaties (samenwerking en extra inzet op maat).

Ondanks die positieve evoluties blijven alle kinderen en jongeren binnen het project op of onder de armoedegrens leven. Dat heeft een grote impact op de keuzes die zij maken. Sommigen kennen een terugval na een positieve evolutie, omdat de intrinsieke motivatie zoek raakt.

Gezinnen zetten stappen vooruit maar armoede maakt volhouden moeilijk

De precaire leefomstandigheden van de gezinnen zorgen ervoor dat het meer tijd vraagt om effectief tot opvoedingsondersteuning te komen. De ouders die stappen vooruit zetten, zijn zich bewuster van hun opvoedingscompetenties dankzij de duobegeleidingen (contextbegeleider + buurtsteward). Zij kunnen nu beter grenzen stellen voor kleine kinderen, streng optreden, een straf geven. Ze hebben nu meer zelfvertrouwen als een kind ziek is (voor de inname van de juiste medicatie zorgen), ze kunnen het kind stimuleren en prikkelen.

Maar dat ook volhouden is vaak moeilijk, door de dagelijkse problemen zoals de moeilijke woonsituatie (veel gezinnen bij elkaar), het grote aantal kinderen, schulden en oudere kinderen die blijven in aanraking komen met de politie.

Toonmoment op 6 november 2017: inspiratie over werking en resultaten

Bij conflicten met hun omgeving en grensoverschrijdend gedrag van IEM-jongeren zet de trajectbegeleiding van vzw Jong in op een duidelijk krachtenperspectief:

  1. met nadruk op talenten, krachten en motivatie (wat kan je wel goed, wat doe je wel graag, waar droom je van (toekomstperspectief), wat zou je graag leren en kunnen?)
  2. door te werken aan zelfvertrouwen en zelfcontrole (grip krijgen op je eigen leven en toekomst)
  3. door open communicatie (duidelijk de rol en taak van de trajectbegeleider benoemen en confronteren op het juiste moment - ze gaan moeilijke onderwerpen niet uit de weg).

Naast individuele begeleidingen werkt trajectbegeleiding sociaal activerend. Zij organiseert samen met de IEM-jongeren activiteiten die een effect hebben bij de jongeren door hen inzicht te laten verwerven, te laten nadenken en gedragsveranderend te werken.

De opvoedingsondersteuning vanuit Vzw aPart, MFC Sint-Jozef en CKG Sloeberhof richt zich in de eerste plaats op de ouders, om hun draagkracht te versterken (vaardigheden, sociaal netwerk) en hun draaglast te verminderen (praktische hulp, tijdig signaleren).

Hun succes danken zij mede aan hun outreachende, veranderde werking: zij begeleiden intensiever, sluiten dossiers niet af als ouders de afspraken niet opvolgen of geen duidelijke hulpvraag (kunnen) stellen. Het is en blijft een intensievere begeleiding dan er regulier voorzien wordt bij de voorzieningen. Enkel zo maken de ouders een progressie in kleine stapjes.

In het project werken partners uit het veldwerk en de hulpverlening (in het project benoemd als de 'MA-kant') samen met partners binnen politie en parket (in het project benoemd als de 'PA-kant'). Een samenwerking vraagt een goed plan waarin bepaalde basisrechten gerespecteerd worden, zoals beroepsgeheim, het geheim van het onderzoek, enzovoort. Het project werkt met een structuur waarin de projectcoördinator een cruciale rol speelt in het bewaken van bovenstaande rechten en in de communicatie tussen de partners en met de doelgroepen.

Uitdagingen voor de toekomst

De positieve, preventieve effecten van het project blijken in grote mate afhankelijk van het feit of de primaire behoeften van de jongeren al dan niet vervuld zijn. Indien de levenssituatie van de jongeren onstabiel of precair is (slechte huisvesting, onvoldoende voeding, enzovoort) dreigt een terugval of zelfs uitval. Werken aan oplossingen rond deze basisbehoeften blijft dan ook zeer belangrijk, ook vanuit preventief oogpunt.

Vertrekkend van de huidige resultaten groeit de nood naar de verdere uitbouw van de trajectbegeleiding naar een outreachende, laagdrempelige activering. Dat brengt via zinvolle dagbesteding het leren zelf binnen in hun precaire leefomgeving en maakt stapsgewijs een brug tussen straat en school of werk.

De recente projectoproep van Vlaanderen rond het versterken van rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp biedt de kans om de opvoedings- en gezinsondersteuning binnen het IEM-project structureel verder te zetten. De Stad Gent is er alvast van overtuigd dat de methodiek en de samenwerking die binnen het Project IEM-jongeren al wordt toegepast ook voor een veel grotere groep zal werken, aangezien de voedingsbodem van het fenomeen de armoedecontext is waarin ook andere jongeren leven.

Informatie

  • Sarah Terwecoren, coördinator jongerenproject en buurtstewards, Dienst Outreachend Werken, gsm 0479 56 48 27, e-mail sarah.terwecoren@stad.gent

Bevoegd

Contacteer ons

Gerelateerde onderwerpen

Ontvang het laatste Stad Gent nieuws via RSS.

Of abonneer handmatig met de Atom URL