Nieuwe straten in Oostakkerse wijk vernoemd naar verzetsheldinnen

Simonne Verhelle (foto Besbrugge/Collectie Marc Verschooris)
  • jpg
Simonne Verhelle (foto Besbrugge/Collectie Marc Verschooris)

Simonne Verhelle houdt op de Kouter het gebouw van de Geheime Feldpolizei in de gaten. Dit is een foto genomen tijdens een reconstructie van haar verzetsdaad. (Foto Besbrugge/Collectie Marc Verschooris)

De nieuwe wegen van de verkaveling aan de Dreef-Veldekensstraat in Oostakker worden vernoemd naar vrouwen die een rol speelden in het verzet in Gent tijdens WOII. Dat heeft de Gentse gemeenteraad op 17 december 2019 beslist.

De nieuwe straatnamen zijn naast de doortrekking van het al bestaande Hof van Oombergen de Hilda Daneelsstraat, Hélène Mallebranckestraat, Martha Anthonisstraat, Simonne Verhellestraat, Pierrette Cuelenaerestraat, Julienne De Plupad, Martha Grypstraat, Stephania Demoorpad, Simone Moulinpad en Marie Pollstraat.

Hilda Daneels (02.02.1912 - 29.04.1979) stapte samen met haar man in het verzet. Ze werden uiteindelijk allebei opgepakt. Haar echtgenoot kwam om in het kamp van Breendonk, maar Hilda overleefde het vrouwenkamp van Ravensbrück. Van 1952 tot 1958 zetelde ze in de Gentse gemeenteraad voor de Liberale Partij. Ze zette zich ook in voor de rechten van oud-verzetslieden en politieke gevangenen.

Hélène Mallebrancke (03.03.1902 - 30.08.1940) behaalde in 1924 als eerste Belgische vrouw het diploma ingenieur burgerlijke bouwkunde. Toen WOII losbarstte, was ze gewestelijk directeur van RTT regio Gent. Hoewel ze al ziek was, stelde ze alles in het werk om de communicatielijnen tussen de geallieerden open te houden, een uitputtend werk waaraan ze uiteindelijk overleed. Ze kreeg postuum het oorlogskruis.

Martha Anthonis (17.06.1899 - 01.02.1990) verborg samen met haar man vanaf eind 1943 een radiopost van de dienst Clarence, een Belgisch-Frans inlichtingennetwerk. Ze bracht ook documenten over. In februari 1944 werd ze aangehouden. Dankzij een verzetsactie op de trein richting Duitsland kon ze in september dat jaar ontsnappen.

Simonne Verhelle (23.05.1921 - 26.08.1951), op de foto bovenaan te zien, was lid van de verzetsgroep rond haar man Jean Duhamel en was op 15 juli 1944 actief betrokken bij de spectaculaire bevrijding van Albert Mélot, alias Martin, op de hoek van de Papegaaistraat en de Maagdestraat. Simonne werd nadien gearresteerd en kon pas in 1945 uit Ravensbrück terugkeren. Kort daarna overleed ze. Ook Julienne De Plu (20.05.1922 - 10.02.2018) was lid van de verzetsgroep rond Duhamel. Het hele verhaal lees je hier.

Julienne De Plu (Collectie Marc Verschooris).jpg
  • jpg

Julienne De Plu. (Collectie Marc Verschooris)

Pierrette Cuelenaere (14.12.1922 - 08.01.2009) verspreidde als studente de sluikpers van de Revolutionaire Volksjeugd. Ze hielp ook bij het ophalen van steungelden. Op 11 januari 1942 werd ze verklikt door een medewerker. Op het proces tegen de leden van de RVJ werd ze tot drie jaar gevangenis veroordeeld. Na haar terugkeer uit Duitsland huwde ze met een Gents verzetsstrijder en werd ze bediende.

Martha Gryp (21.04.1903 - 28.08.1989) was actief in de V-Liga, een Gentse verzetsgroep. Ze corrigeerde en typte verzetsteksten en reproduceerde het blad Aufruf. Ook hielp ze Franse teksten naar het Nederlands vertalen. Als gevolg van een arrestatiegolf verloor ze in de herfst van 1942 alle contact met haar medeverzetslui en kwam er een einde aan haar verzetsactiviteiten.

Stephania Demoor (12.02.1910 - 03.11.1961) maakte samen met haar man deel uit van het Belgisch Verbond. Ze wierf leden aan, verspreidde sluikbladen, vervulde koeriersopdrachten en gaf inlichtingen door. Op 31 mei 1944 werd ze opgepakt nadat een gefolterde medewerker haar naam had verklapt. Na de bevrijding van de Duitse kampen keerde ze naar Gent terug.

Kunstschilderes Simone Moulin (31.05.1914 - 26.11.1995) begeleidde in 1940 een in Gent ondergedoken Britse soldaat naar Brussel. Begin 1944 verschafte ze twee weken onderdak aan de Joodse familie Batavier. Rond die tijd werd ze ook koerier. Ze verschafte geld aan werkweigeraars en verdeelde sluikpers. In 1944 werd ze gearresteerd. Ze zat onder meer opgesloten in Ravensbrück. Na de bevrijding verhuisde ze naar Brussel.

Marie Poll (29.06.1889 - ?) was het hoofd van de sociale dienst van Union Cotonnière, een Gents textielbedrijf, en probeerde verplicht in Duitsland tewerkgestelde arbeiders die in België op verlof waren te overtuigen om niet terug te keren maar onder te duiken. Ze liet medewerkers van haar dienst de werkweigeraars helpen. Ze gaf ook inlichtingen door over de toestand van de Duitse industrie en het moreel van de Duitse bevolking aan verzetsgroep Clarence. Na de oorlog bleef ze hoofd van de sociale dienst.

Met dank aan de archief- en onderzoeksdiensten van de Dienst Oorlogsslachtoffers en het CegeSoma (beide onderdeel van het Belgisch Rijksarchief) die het collectief geheugen vormen van België. Ook dank aan mevrouw Karolien Steen omdat dankzij haar doctoraat het Gentse verzet vandaag zo goed kan worden gedocumenteerd.

Contact

Bevoegd

Contacteer ons

Gerelateerde onderwerpen

Ontvang het laatste Stad Gent nieuws via RSS.

Of abonneer handmatig met de Atom URL